Periode van crisis en rampspoed (180 - 284)

De benoeming van zijn eigen zoon tot zijn opvolger is een grote fout van de anders zo wijze Marcus Aurelius. Zo komt er een einde aan de gouden eeuw van het Rijk. Het wanbestuur van Commodus zal de dagen van terreur die het keizerrijk onder Caligula en Nero gekend heeft, doen herleven.

Keizer Commodus (180 - 192), zoon van Aurelius, is met zijn vader op veldtocht tegen de Germanen. Als zijn vader daar sterft en hij nu alleen keizer is, gaat hij direct terug naar Rome. De komende 100 jaar zal een periode van crisis en rampspoed worden. Commodus leidt een liederlijk leven. In zijn grootheidswaan verandert hij de naam Rome in Colonia Commodiana. Hij geeft veel geld uit aan spelen, waarbij hij zelf vaak in de arena optreedt. Hij is bijzonder wreed en maakt vele vijanden. Hij wordt zo krankzinnig dat zelfs zijn naaste verwanten hem dood willen. Hij wordt uiteindelijk vermoord, waarna er een burgeroorlog uitbreekt.

                                         We zullen voor deze periode alleen de beeldbepalende keizers noemen.

Keizer Septimius Severus (193 - 211) met zijn zonen Caracalla en Geta. Na de dood van Commodus wordt de relatief integere Pertinax tot keizer benoemd. Deze wordt al binnen een jaar vermoord. Met de benoeming van Didius Julianus tot keizer zijn een aantal gouverneurs het niet eens. De gouverneurs van Britannia, Syria en Pannonia worden door hun legioenen tot keizer uitgeroepen. Septimius Severus, afkomstig uit Noord-Afrika en nu gouverneur van Pannonia, komt na zeer bloedige veldslagen met de legioenen van zijn rivalen als winnaar uit de strijd. Nu Septimius Severus alleenheerser is, begint hij aan een veldtocht tegen de Parthen en behaalt een grote overwinning. In 198 plunderen hij en zijn zonen de hoofdstad, vermoorden de mannen van de stad en maken de vrouwen en kinderen tot slaaf. Terug in Rome worden zijn zonen Caracalla en Geta beiden tot medekeizers benoemd. De Senaat richt op het Forum Romanum een triomfboog op voor Severus. Zelf laat Severus veel bouwwerken uitvoeren. Onder meer het grootste deel van de Domus Flavia (Flavische paleis) op de Palatijn met uitzicht op het Circus Maximus en een groot aantal nieuwe gebouwen in zijn geboortestad in Noord-Afrika (waaronder de Basilica van Severus). Onder zijn regering komt ook het Forum van de Vrede (op de Keizerlijke Fora, naast het Forum van Nerva) en de "Forma Urbis Romae" tot stand (een gedetailleerde plattegrond van Rome, bestaande uit 151 stukjes marmer). Op diverse locaties worden de grenzen (de limes) versterkt en worden nog gebieden aan het Rijk toegevoegd. Septimius Severus voert ook oorlog tegen de Picten in het noorden van Britannia. Hier overlijdt hij in 211 op 65-jarige leeftijd. Septimius Severus staat bekend als een krachtige heerser die het intern verdeelde Romeinse Rijk na de burgeroorlog onder één gezag heeft herenigd. Na de dood van hun vader volgen de zonen Caracalla en Geta hem samen op. Binnen het jaar laat Caracalla zijn jongere broer Geta vermoorden en richt hij een grote slachting aan onder Geta's aanhangers. Caracalla (211 - 217) is nu onbetwist alleenheerser. Zijn officiële naam is Marcus Aurelius Severus Antoninus (Caracalla is zijn bijnaam, genoemd naar de Keltische soldatencape "caracallus" die hij draagt). Caracalla maakt zich vooral druk om militaire zaken en hij begunstigt de soldaten. Onder hen genoot hij dan ook grote populariteit. Vanwege zijn wreedheid in al zijn acties beoordelen zijn tijdgenoten in de Senaat hem zeer negatief. Hij voert in 212 de Constitutio Antoniniana in (ook wel genoemd het edict van Caracalla). Dit decreet geeft alle vrije mannen van het Romeinse Rijk het volledig burgerschap en alle vrije vrouwen krijgen dezelfde rechten als de Romeinse vrouwen. Hij onderneemt een serie veldtochten in Germanië en behaalt overwinningen op de Alemanni (een verbond van Germaanse volkeren). Hij bouwt de "Thermen van Caracalla", waar 1600 mensen tegelijk in terechtkunnen. Inmiddels wordt zijn geestelijke gestoordheid steeds duidelijker. Caracalla vereenzelvigt zich met zijn idool Alexander de Grote en in navolging van zijn idool start hij een veldtocht tegen de Parthen. Hij bezoekt Alexandrië en laat er een enorm bloedbad onder de bevolking aanrichten. Tienduizenden ongewapende burgers komen om in een slachtpartij die dagenlang doorgaat onder het voorwendsel dat sommigen hem bespot zouden hebben. In 216 trekt hij met zijn leger de Tigris over en verwoest alle steden waar hij langs komt. Tijdens deze oorlog loopt de weerstand tegen de waanzinnige keizer zo hoog op dat hij in 217 door een complot van Macrinus, prefect van de pretoriaanse garde, wordt vermoord. Macrinus (217 - 218) roept zichzelf uit tot keizer, komt door een complot om het leven. Elagabalus (218 - 222), neef van Caracalla, wordt keizer, waarbij in feite zijn moeder en grootmoeder regeren. Elagabalus is uitermate bizar, roept zich uit tot hogepriester en bouwt een Baältempel. Hij is zeer decadent, vooral in zijn openbare seksleven. Na 4 jaar laat zijn grootmoeder Julia hem vermoorden, waarna zij Severus Alexander (een andere kleinzoon) naar voren schuift. De dominante Julia regeert in feite voor hem tot haar dood, waarna zijn moeder (ook een Julia) het overneemt. Severus Alexander is 13 jaar keizer (222 - 235), tactisch zwak en middelmatig in veldtochten. Moeder en zoon worden in Germania door het leger vermoord. Het is een roemloos einde van de dynastie van Severus.

Het Rijk doorloopt nu een periode van chaos en grote politieke onrust (235 tot 284), waarin wel zo'n 25 keizers onderling strijden en veelal vermoord worden. Voor het merendeel zijn dit commandanten die door hun opstandige legioenen tot keizer worden uitgeroepen (soldatenkeizers genoemd). In deze tijd van burgeroorlogen en economische neergang dringen omliggende volken (voor Rome "barbaren") diep het Rijk binnen. De eerste soldatenkeizer Maximinus Trax (235 - 238) voert in 235 een strafexpeditie (plundertocht) uit tot ver in Germania, als vergelding voor de vele invallen van de rovende en plunderende Boogwerper Ballista 2aGermanen. Bij Harzhorn, noordoostelijk van Kassel, liggen de Germanen nabij een moeras in een hinderlaag, maar de Romeinen hebben boogschutters met moderne ballista's (mechanische pijlwerpers met een bereik van meer dan 400 m). De Germanen kunnen hier niet tegenop en moeten vluchten.

Van de keizers in deze periode kan een enkele keizer als "redder" van het Rijk worden aangemerkt. Deze keizers noemen we hier. 

Keizers Valerianus (253 - 260) en Gallienus (253 - 268). In 253 komt er enige stabiliteit als Valerianus keizer wordt met zijn zoon Gallienus als medekeizer. Gallienus krijgt de heerschappij over het westen van het Rijk, zelf heerst Valerianus over het oosten. Hij voert militaire hervormingen door. Valerianus begint in 257 een christenvervolging, vooral gericht tegen de christelijke adel. Wie weigert aan de Romeinse goden te offeren, wordt verbannen of terechtgesteld. De vervolging wordt in 260 door Gallienus beëindigd. Alemannen 3De volken die tijdens hun regering de grenzen van het Rijk aanvallen, zijn nu de Sassaniden in het Oosten (opvolgers van de Parthen) en de Alemannen en de Franken in het Westen. De Franken zijn voor de Romeinen de barbaarse stammen aan de overkant van de Rijn. Valerianus voert een aantal succesvolle veldtochten in het Oosten uit, maar wordt afgeleid door binnenvallende Goten. Bovendien krijgt Rome te maken met een pandemie die het leger ernstig verzwakt. Het betreft de Pest van Cyprianus (251 - 270). Er vallen duizenden doden per dag; in Egypte sterft 70% van de bevolking. De Sassaniden grijpen nu de kans en verslaan in 259 de verzwakte Romeinse legers. Valerianus wordt gevangengenomen, vernederd en later gruwelijk ter dood gebracht. Hij heeft 7 jaar geregeerd. Gallienus regeert na hem nog 8 jaar. Hij heeft het vanwege afsplitsingen van het Rijk niet gemakkelijk. In het Oosten wordt door de koningin van Palmyra een afvallig "Palmyreens Rijk" (260 - 273) gesticht, in het Westen door de opstandige generaal Marcus Postumus een afvallig "Gallische Keizerrijk" (260 - 274). Gallienus en Postumus worden beiden in de strijd om het Gallische Keizerrijk door eigen troepen gedood. Keizer Aurelianus zal later beide afvallige rijken weer bij Rome voegen. 

Keizer Aurelianus (270 - 275) Aurelianus wordt door zijn legioenen uitgeroepen tot keizer. Hij verslaat het leger van zijn tegenkeizer. AURELIANUS 2Het lukt Aurelianus in de vijf jaar van zijn regering het tij te keren in de onmogelijke situatie van het Rijk in 270. Hij behaalt belangrijke militaire successen tegen de Alemannen, het Gallische Keizerrijk, de Goten en het Palmyreens Rijk. Zo maakt hij het Rijk weer tot een eenheid. Uit   Palmyra neemt hij de cultus van de zonnegod mee naar Rome. Hij bouwt een tempel voor Sol Invictus (zonnegod, "beschermer" van soldaten) en maakt er een officiële cultus van. Omdat hij het Rijk te omvangrijk vindt en hij te veel bemoeienis heeft met andere gebieden, stoot hij de Dacische provincies in Oost-Europa af. Alle gebieden ten noorden van de Donau en ten oosten van de Rijn worden uiteindelijk voorgoed opgegeven. Aurelianus onderhoudt goede relaties met de burgers en probeert de financiële chaos te verbeteren. De gierende inflatie is echter moeilijk te stoppen. In 270 geeft Aurelianus opdracht voor een nieuwe stadsmuur rond Rome.  Het rijk is zo verzwakt dat barbaarse stammen uit Germania weer kunnen binnenvallen. Een aanval op Rome zelf is ook niet langer ondenkbaar. De bouw van de muur versterkt de band met de bevolking. Maar Aurelianus wordt in 275, na valse beschuldigingen, door zijn eigen manschappen vermoord. De bouw van de muur is pas gereed rond 280 onder zijn opvolger. De muur is 6 m hoog en 3,5 m breed met een totale lengte van 19 kilometer met 383 wachttorens erop en 18 stadspoorten erin. De muur zal tot 1870 bescherming bieden aan Rome. Van deze Aureliaanse Muur bestaan in het huidige Rome nog vele muurgedeelten en poorten.

Tacitus (275 - 276) regeert na Aurelius slechts één jaar. Hij sterft aan de pest op weg naar Germanië om de Franken tegen te houden.

Keizer Probus (276 - 282) Probus is van eenvoudige komaf, maar ontwikkelt zich tot een briljant militair onder zijn voorgangers Valerianus, Aurelianus en Tacitus. Keizer Probus is onder Tacitus gouverneur van Syrië en Egypte. Als keizer werkt hij aan het herstel van het Rijk na de grote economische en politieke crisis in de afgelopen jaren. Probus verslaat in 276 aanvallende Franken, Vandalen en Bourgondiërs aan de Rijn en de Donau. In 280 slaat hij opstanden van twee tegenkeizers in Germania neer. Probus is geliefd bij het leger, maar als hij zijn legioenen inzet voor civiel werk (aanleg drainages), pikken zij dit niet en wordt hij door zijn eigen mannen vermoord. Zijn dood wordt door de Senaat en het volk diep betreurd. De laatste drie keizers in het Principaat regeren samen slechts 2 jaar.