
In onze wereld zijn financiën, economie en welvaart steeds complexer aan elkaar verbonden en zijn de verleidingen tot oneerlijkheid, sjoemelen, fraude en diefstal ook steeds complexer geworden.
De aarde en alles erop en eraan is van onze God, alles is Zijn eigendom. Wij mensen zijn rentmeesters, beheerders aan wie de zorg is toevertrouwd over wat van God is. Ga dus verantwoord om met jouw geld en goed. Het Bijbelboek Spreuken onderwijst ons hoe daarmee om te gaan. "Maak me niet arm, maar ook niet rijk". Wat doet rijk zijn met ons, wat betekent arm of rijk voor je relatie met God, de Eigenaar. Stel je jouw vertrouwen op geld en goed of vertrouw je op God alleen (dit is immers het eerste gebod!). De verleidingen om je zekerheid in geld en goed te zoeken zijn vele. Bedenk: Wat ben je als mens? Waar leef je van? Aan wie of wat ben ik gehecht? Leeft je in afhankelijkheid van je hemelse Vader? En ga je daarbij verantwoord om met wat Hij jou toevertrouwt aan geld en goed? De waarschuwingen uit Spreuken (hoofdstuk 6, 22 en 30) gaan over risico's bij leningen (borg zijn voor een ander) en over hebzucht en begerigheid. Tegenover geld en goed staat gezonde en eerlijke inspanning die je ervoor moet plegen. Het komt je niet aanwaaien. "Ga naar de mieren, luiaard. Kijk hoe ze werken en wordt wijs". Wie niet werkt zal ook niet eten. Voor wie niet kán werken zijn er gelukkig allerlei voorzieningen. Maar laat dat niet lui maken, verdien je brood met eerlijk werken. Spreuken 30 vers 7-9: "Twee dingen vraag ik U, gun ze me zolang ik leef. Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. Want als ik rijk zou zijn, zou ik U wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: "Wie is de Heer?". En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van mijn God te schande maken.".